Partner-en wezenpensioen
Naast uw ouderdomspensioen bouwde u tijdens uw deelname aan de pensioenregeling ook partnerpensioen en wezenpensioen op. Als u komt te overlijden, heeft uw partner recht op een partnerpensioen en uw kinderen krijgen een wezenpensioen. Het partnerpensioen is 70% van het opgebouwde ouderdomspensioen. Bij overlijden na pensionering krijgt uw partner ook 70% van het opgebouwde ouderdomspensioen.
De hoogte van het wezenpensioen is 14% van het ouderdomspensioen. Elk kind krijgt dit tot hij of zij 21 jaar is. Als beide ouders van het kind overlijden, wordt het wezenpensioen verdubbeld.
De hoogte van het partnerpensioen staat vermeld op uw Uniform Pensioenoverzicht (UPO), onder Mijn nabestaanden en op www.mijnpensioenoverzicht.nl.
Wettelijke Anw-regeling
Als u overlijdt, heeft uw partner misschien recht op een wettelijke nabestaandenuitkering van de overheid: de Anw-regeling. Hieraan zijn voorwaarden verbonden. Uw partner moet de AOW-leeftijd nog niet bereikt hebben én één of meerdere minderjarige kinderen te verzorgen hebben of gedeeltelijk arbeidsongeschikt zijn. Meer informatie hierover kunt u vinden op de website van de Sociale Verzekeringsbank (SVB) www.svb.nl.